VIA6 – het nieuwe ‘sociaal akkoord’

Het zesde Vlaams Intersectoraal Akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren voor de periode 2021-2025 telt maar liefst 140 pagina’s en omvat niet alleen éénmalige koopkrachtmaatregelen, de zogenaamde en fel besproken coronapremies. Wie de tekst erop naleest, vindt er verder nog heel wat positieve maatregelen in, maar tegelijk tempert een realistische analyse onmiddellijk alle mogelijk overspannen verwachtingen.

Er komt een versnelde en algemene invoering van het IFIC-loonmodel wat voor heel wat functies een opwaardering betekent. Met een ‘relanceplan’ wil de Vlaamse regering op korte tot middellange termijn extra personeel aantrekken voor de zorgsector en inzetten op kwaliteitswinst voor bewoners en werkbaar werk voor de medewerkers.

Griet Robberechts, algemeen directeur, reageert opgetogen met het nieuwe overheidsbeleid voor de komende 4 jaar, maar zegt er onmiddellijk bij dat we er nog lang niet zijn.

Corona effende het pad

Het is sowieso historisch dat de opdeling ROB en RVT wordt verlaten, daaraan waren erkenningen én vergoedingen gekoppeld aan lichtere en zwaardere zorgprofielen. Door de maatschappelijke evolutie was dit een opdeling die niet meer relevant was. Mensen verblijven steeds langer thuis, komen dus later naar een woonzorgcentrum waardoor in gans Vlaanderen de zorgzwaarte bij bewoners stijgt en dat betekende dat ook de zorgkosten toenamen in de zogenaamde ROB-plaatsen die initieel enkel voor lichtere zorgprofielen waren voorzien. Dankzij de nieuwe normering zal de financiering eindelijk de zorgzwaarte gaan volgen. In de praktijk betekent dit dat we vanaf 1 oktober eindelijk de juiste financiering krijgen en dat is natuurlijk heel goed nieuws.

Woonzorgnet-Dijleland is tevreden met het nieuwe sectorakkoord en het extra personeelsmandaat, maar…

Er is helaas ook een keerzijde aan die medaille. Er blijft nog altijd een discrepantie in de personeelsnormen tussen de verschillende zorgsectoren. De residentiële gehandicaptenzorg bijvoorbeeld krijgt nog steeds 2/3de meer personeelsmandaat toegewezen per cliënt. We blijven met de nieuwe regelgeving voor de ouderenzorg ook na de invoering van VIA6 dus nog altijd in de schaduw staan van andere eveneens belangrijke sectoren. Die structurele onderfinanciering vanuit de overheid compenseert Woonzorgnet-Dijleland al jaren zelf. Met eigen middelen betalen
we het ‘bovennormpersoneel’ en vandaag tellen we bijna evenveel medewerkers als bewoners.

Dat we jarenlang zelf bijpassen waar de overheid al die tijd tekort is geschoten, wordt onvoldoende gehonoreerd. De extra middelen die in het nieuwe akkoord worden toegekend, moeten we terecht aanwenden om effectief nieuwe medewerkers aan te trekken. Maar de lonen van het zorgpersoneel dat we al jaren inzetten bovenop het wettelijke minimum, kunnen we met dat extra geld niet betalen. Vinden we dat erg? Neen, natuurlijk niet. We zouden liefst nog veel meer mensen in kunnen zetten. Maar het financieringsmodel wringt daardoor op zijn zachtst gezegd toch wel een beetje.

Betere verloning en meer waardering

Concreet komt de extra financiering neer op de loonkost van enkele voltijdse medewerkers in elke woonzorgcentrum. De impact op de werkvloer daarvan is helaas klein in de kleinschalige woningen. De absolute cijfers relativeren het optimisme enigszins. Komt daar ook nog eens bij dat er al geruime tijd krapte heerst op de arbeidsmarkt. Wel is het zo dat steeds meer jonge mensen en zij-instromers voor een zorgopleiding kiezen. Maar we ondervinden vandaag al dat het aantrekken van de juiste mensen niet meer zo vlot loopt en dat vacatures langer blijven open staan. Gelukkig kunnen er wel andere functies worden aangeworven met het bijkomende budget, om de woningteams te komen versterken. Denk aan logopedisten, maatschappelijk werkers, muziektherapeuten, enz.

De beleidsopties in VIA6 gaan erg breed, ook op vlak van waardering en attractiviteit van de zorgberoepen. De verloning van de (zorg)medewerkers begon lang voor de coronacrisis al aan een inhaalbeweging met de nieuwe IFIC-barema’s. Reeds in 2019 konden de medewerkers voor IFIC-verloning kiezen en zo kregen ze dan een loonsverhoging, 18,25% van het verschil tussen het oude barema en het IFIC-barema. Er waren ook medewerkers die ervoor kozen om de bestaande regeling te behouden omdat het niet voor alle functies en elke anciënniteit even voordelig was. Met de VIA6 akkoorden wordt de IFIC nu volledig uitgerold, wat heel goed nieuws is.

Griet: “Iedereen had de keuze en onze personeelsdienst maakte voor alle collega’s een individuele simulatie. Dat gaan we straks opnieuw doen, nu het IFIC-model integraal zal uitgerold worden, want het is vooral voor jonge mensen interessant omdat de nieuwe looncurve vooral aan het begin van de loopbaan snel stijgt. Wie kiest voor het aangepaste vergoedingsmodel zal retroactief ook voor april, mei en juni een herberekening van het loon ontvangen. Wie niet voor IFIC kiest, zal een éénmalige compensatie krijgen.

Naast deze structurele aanpassingen, komen er nog heel wat acties en toelagen om de volgehouden inspanningen van de sector te belonen en alle medewerkers klaar te stomen voor de digitalisering in de toekomst, een proces dat door de pandemie sneller dan verwacht werd ingezet. De afslag naar een modernere zorgsector is genomen, maar de weg is dus nog lang!

Verschenen als interview in het zomernummer van de Wingerd-krant.