Niet alle oplossingen hoeven geld te kosten
Nieuwe, kleinschalige woonvormen die stevig ingebed zijn in de buurt en de samenleving. Met creatieve oplossingen voor de personeelskrapte en een solidair verzekeringssysteem dat de zorg betaalbaar houdt. Zo zien gedelegeerd bestuurder Margot Cloet van Zorgnet-Icuro en algemeen directeur Griet Robberechts van Woonzorgnet-Dijleland de ouderenzorg van morgen. “Voldoen aan alle regels, met voldoende personeel én lage kamerprijzen? We kunnen niet alle balletjes in de lucht houden.”
In Kessel-Lo, bij Leuven, verrijst de komende jaren een opmerkelijk woonproject. Met verschillende wooneenheden voor ouderen, personen met een beperking, kwetsbare jongeren en gezinnen, én een ontmoetingsplek voor de buurt. Een van de partners is Woonzorgnet-Dijleland dat al vier woonzorgcentra in de regio groepeert. Voor algemeen directeur Griet Robberechts is De Boomgaard een woonvorm zoals er veel meer nodig zijn. “De noden van senioren zijn vandaag heel anders dan wat de lange gangen van het ziekenhuismodel te bieden hebben. Met Woonzorgnet-Dijleland werken we met kleinschalige woonvormen en betrekken we de buurt en de samenleving. De Boomgaard gaat nog een stap verder en gaat intersectoraal. Daar moet de woonzorg naartoe. De sectoren weten dat, maar de regelgeving volgt niet snel genoeg.”
Margot Cloet van koepelorganisatie Zorgnet-Icuro ziet dat ook zo. “Het klassieke woonzorgcentrum zoals we dat kennen, zal er nog enkel zijn voor het laatste halve levensjaar. Daarrond krijg je een kring van woon- en leefvormen waar ook mantelzorgers en vrijwilligers worden ingeschakeld. Dichtbij huis, in de vertrouwde omgeving en buurt. De kwaliteit moet primeren aan het einde van het leven.”
Te fragmentair
Daar is steun voor vanuit de Vlaamse overheid, maar de projectsteun komt te fragmentair. Zoals de steun voor Zorgzame Buurten die loopt sinds maart 2022. Die liep in principe af in februari 2024, maar werd door Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits met een jaar verlengd. Zonder uitzicht op structurele steun kan de sector echter geen volwaardig aanbod uitbouwen, menen Griet Robberechts en Margot Cloet. “Als sector of als woonzorgcentrum moet je vijf tot zelfs tien jaar vooruitkijken”, stelt Margot. “We hebben het gevoel dat de Vlaamse overheid in legislaturen denkt. Nu wordt geopperd dat de investeringen voor defensie voor een deel betaald zouden kunnen worden na een efficiëntie-oefening in de gezondheidszorg? Je kan toch niet ontkennen dat er de volgende jaren duizenden ouderen met zorgvragen bijkomen? Het lijkt alsof we geld verkwisten terwijl de ouderenzorg met de beperkte middelen die er zijn erin slaagt goede zorg te bieden.”
Soepele personeelsnormen
De babyboomers zijn straks allemaal tachtigplussers en de woonzorgsector kampt met een personeelstekort. De druk is groot en professionele zorg alleen kan de vraag niet ledigen. De sector zoekt creatieve oplossingen. “Wij zetten sterk in op de hulp en steun van familie”, zegt directeur Griet van Woonzorgnet-Dijleland. “We werken met familieraden vanuit de filosofie: wij zorgen voor je ouder of partner, maar we vragen een expliciet engagement.”
“We zijn sociale ondernemers, laat ons ondernemen”
“Het afvinkpatroon van de inspectie gaat soms te ver”, meent Griet. “De regels in een gebouw zijn niet bij te houden. Volgens een nieuwe regel moet er al meteen na de toegangsdeur tot een verblijf een draaicirkel zijn voor een rolstoel. Daarvoor moeten wij onze kamers twee tot drie vierkante meter groter maken. Dat zijn een pak bijkomende kosten, terwijl je een meter verder ook gewoon kan draaien.”
105 euro per dag
Heeft de Vlaamse overheid in deze huidige legislatuur grote stappen gezet voor de woonzorgsector? Het blijft even stil. “Er is wel een sociaal akkoord gekomen met extra middelen voor de lonen. En de personeelsnormen zijn flexibeler, al gaat dat nog niet ver genoeg”, zegt Margot. “Maar er is nog zoveel meer nodig.”
“Zoals de prijsstijgingen in de bouw”, weet Griet. “De ouderenzorg stopt met bouwen omdat het te duur wordt. Als je vandaag bouwt volgens de nieuwe noden, technologie en duurzaamheidsregels, kost een kamer in een woonzorgcentrum je 105 euro per dag.”
“Ofwel subsidieert de overheid en kan je als woonzorgcentrum de dagprijs onder controle houden, ofwel niet en dan gaat de dagprijs omhoog”, zegt Margot. “Ik zie veel woonzorgcentra die hun bouwprojecten stopzetten. Ook al waren die woongelegenheden al toegewezen door de overheid. De centra zeggen: hou ze maar want wij kunnen het niet betalen of willen het niet tegen de woonprijzen die we dan zullen moeten vragen.”
Geen OCMW
Ook zonder de bouwperikelen zijn de prijzen van een woonzorgcentrum niet goedkoop. Maar volgens Griet Robberechts is een verblijf geen voorrecht voor de rijke senioren. “De modale inwoner kan een verblijf perfect betalen. De gemiddelde verblijfsduur in een woonzorgcentrum is 2,5 jaar en dat vermindert elk jaar een beetje. Stel dat je 2500 euro betaalt voor je verblijf en je hebt een pensioen van 1500 euro, dan heb je ongeveer 30.000 euro extra nodig. Veel mensen hebben dat wel. Bovendien hebben we een overheid die kan bijpassen als dat nodig is. Er wordt naar ons gekeken om die dagprijs naar beneden te brengen, maar tegelijk moeten we voldoen aan alle regels, met voldoende personeel en aangepaste bewoning. We kunnen niet al die balletjes in de lucht houden. We zijn sociale ondernemers, we kunnen de rol van het OCMW er niet bijnemen.”
Het optrekken van de Vlaamse zorgpremie kan soelaas brengen, meent Margot Cloet. “Maak er een volwaardig verzekeringssysteem van dat rekening houdt met de inkomens en vermogens van mensen. We betalen vandaag 62 euro. Trek die premie op, vertienvoudig ze. Als je dan weet dat je op het eind van je leven een goede, betaalbare zorg zal krijgen, dan is het dat waard. Het is een solidaire oplossing.”
—
Bron: “Niet alle oplossingen hoeven geld te kosten” – Verso (verso-net.be)