IAO verhoogt betrokkenheid en jobtevredenheid
Om de zorg binnen hun woonzorgcentra anders en toekomstgericht te organiseren, koos Woonzorgnet-Dijleland ervoor de principes van de innovatieve arbeidsorganisatie toe te passen. Hierdoor krijgt het personeel meer autonomie en is hun jobtevredenheid hoger. En dat vertaalt zich dan weer in een hogere retentie bij de medewerkers.
Zo’n vijf jaar geleden besloot Woonzorgnet-Dijleland de principes van de innovatieve arbeidsorganisatie in te zetten binnen hun groep. Gestoeld op een concept van Geert Van Hootegem en Benny Corvers, die in hun boek ‘Slimmer zorgen voor morgen’ uitspitten hoe de zorg morgen anders georganiseerd moet worden door personeelstekorten. “Een van de basisprincipes van de innovatieve arbeidsorganisatie is om alle bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie te leggen. Hierbij geef je medewerkers effectief de autorisaties die nodig zijn om dagelijks goede zorg te verlenen”, vertelt Rudi Logist, campusdirecteur van het WZC Dijlehof in Leuven.
“In veel organisaties zien we zogenaamde afstemmingsverschijnselen, waarbij werknemers aan een of meerdere personen goedkeuring moeten vragen om iets te mogen doen. Dat was hier vroeger ook zo. Met de innovatieve arbeidsorganisatie pakken we dat nu anders aan. Zo geven we bijvoorbeeld medewerkers in teamverband een duidelijk kader waarbinnen ze aankopen mogen doen. Denk aan een zorgmedewerker die verjaardagskaarten wil kopen voor de bewoners. Tot een paar jaar terug was hiervoor mijn goedkeuring nodig. Nu krijgen de teams budgetten, waarbinnen ze vrij kunnen beslissen hoe ze het geld besteden. Dat budget is niet ongelimiteerd en maandelijks controleren we de uitgaven.”
Autonoom team
Daarnaast bekeek Woonzorgnet-Dijleland op welke manier ze hun personeel beter konden ondersteunen door taken anders uit te voeren. Rudi: “Tot voor kort verliep gangrevalidatie steeds onder toezicht van twee kinesitherapeuten. Voor ons bleek het een haalbare kaart om onze logistieke medewerkers, die zorgondersteuning doen, hierbij te betrekken mits een goede scholing.” Een ander voorbeeld gaat over het organiseren van activiteiten op woningniveau. Die verantwoordelijkheid ligt normaal bij een specifieke medewerker. “We merkten dat sommige zorgkundigen dat ook graag doen en er echt een talent voor hebben. Dus waarom zouden we hun die kans niet geven, als ze hiervoor tijd hebben?”
Door hun organisatie op die manier in vraag te stellen, heeft Woonzorgnet-Dijleland bepaalde centrale functies in de woning geïntegreerd. Elke woning heeft een eigen team, aangestuurd door een woonzorgcoach. Deze equipe bestaat niet alleen uit zorg- en verpleegkundigen, maar ook uit een woonassistente, een kinesitherapeut en logistieke medewerkers. “Vroeger waren die functies centraal georganiseerd. Dat betekende dat de woningverantwoordelijke een aanvraag voor kinesitherapie indiende bij het centrale team van kinesitherapeuten. De persoon die als eerste beschikbaar was, werd hier dan voor ingezet. Daardoor kregen de bewoners steeds met andere kinesitherapeuten te maken. Nu is één kinesitherapeut verantwoordelijk voor één woning, met dertig bewoners. Daarnaast creëerde deze inkanteling van functies ook de mogelijkheid om het werk van sommige medewerkers aan te passen. Zo hadden logistiek medewerkers vroeger enkel een taak om te poetsen. Nu bieden ze hulp bij maaltijden. Ook hier kregen ze een gepaste opleiding voor. Deze nieuwe manier van werken hanteren we intussen al drie jaar en resulteert duidelijk in een grotere betrokkenheid van onze medewerkers.”
Afgelijnd kader
De rol van de woonzorgcoaches – dit zijn verpleegkundigen met bijkomende opleidingen – is niet onbelangrijk in dit verhaal. “De teams hebben een grote mate van autonomie, maar dat wil niet zeggen dat er geen aansturing is. Daar staat de woonzorgcoach voor in. De functie is vergelijkbaar met die van hoofdverpleegkundige in een ziekenhuis”, gaat Rudi verder. “De woonzorgcoach begeleidt het hele team in het opnemen van de bevoegdheden waar ze goed in zijn. Om dit goed te laten functioneren, hebben de coaches wel duidelijke kaders nodig. Vanuit de directie leggen we het financiële en personeelskader vast. Woonzorgcoaches beslissen binnen de personeelsmandaten die ze hebben, hoe ze hun personeel inzetten en welke functies nodig zijn binnen de woning. De sollicitatiegesprekken verlopen rechtstreeks met hen. Toch wordt niet alles op het niveau van de woning georganiseerd. Specifieke expertises, zoals de sociale dienst en de verwerking van lonen, blijven gecentraliseerd.”
Talenten benutten
Woonzorgnet-Dijleland zet door deze nieuwe aanpak in op de talenten van hun medewerkers. De komende twee jaar wil de groep dit verder uitwerken. “We willen ‘sterrollen’ definiëren, die medewerkers toelaten bijkomende taken op zich te nemen”, legt Rudi uit. “Denk aan een logistieke medewerker die graag samenwerkt met studenten, en hen kan begeleiden bij het ontvangst aan het begin van hun stage. Of een zorgkundige met een sterke technische achtergrond die ook enkele klusjes in de woning wil uitvoeren. We zien zeker nog verdere mogelijkheden vanuit het concept van de innovatieve arbeidsorganisatie. De impact op de tevredenheid van ons personeel is hoog en dat zien we ook aan het lage verloop binnen onze centra.”
—
Interview gepubliceerd bij: www.netwerkverpleegkundemagazine.be