Het belang van ELP-ouderen

Het belang van de eerstelijnspsychologische functie voor ouderen: een warm pleidooi vanuit de zes lopende ELP-ouderen projecten voor het erkennen van de meerwaarde van buurtgerichte, laagdrempelige en toegankelijke zorg in Vlaanderen.

Woonzorgnet-Dijleland bouwt samen met Eerstelijnszone Leuven mee het dienstverleningsaanbod uit in de regio. Ouderenpsychologe Katrien Vanderbist heeft elke 1ste en 3de maandag van de maand een spreekuur in LDC Wijnveld van WZC De Wingerd, op afspraak en telkens van 14 tot 17 uur.

Downloads [pdf]:

Achtergrond

Vanuit de Vlaamse overheid kwam in 2018 een oproep om een eerstelijnspsychologische functie uit te bouwen binnen de kersverse eerstelijnszones. Er was budget voorzien om zes projecten te financieren, elk met 1 voltijds equivalent.

De kernopdracht van de eerstelijnspsycholoog binnen het project, zo stelt de oproep1, bestaat erin laagdrempelige, kortdurende en vlot toegankelijke zorg te verstrekken.

Daarnaast wordt er verwacht dat er binnen deze projecten aandacht is voor:

  • Het uitbouwen van een samenwerkingsverband met de partners binnen de eerstelijnszone (afspraken rond instroom, doorverwijzing, supervisie, crisissituaties);
  • Het uitbouwen van een nauwe samenwerking met zorgverleners en een lokaal netwerk van actoren binnen en buiten de zorgsector;
  • Het ondersteunen van partners om psychologische problemen te leren herkennen en gepast te interveniëren.

Deze projecten2 (hierna ELPFO of eerstelijnspsychologische functie ouderen) lopen nu op hun einde. In februari 2022 is de driejarige projectfase afgelopen. Dit lijkt ons een geschikt moment stil te staan bij de opgedane ervaringen en te pleiten voor een uitbreiding en verduurzaming van de projecten.

Inspelen op lokale noden

De projecten hebben in elke eerstelijnszone een groot succes gekend en worden als een belangrijke meerwaarde gezien door de partners in het werkveld. Wat de projecten zo succesvol maakt, is dat zij lokaal verankerd zijn en vlot kunnen inspelen op lokale noden. Ondanks de diversiteit onder de projecten wordt er aan de verschillende doelstellingen tegemoet getreden. Afhankelijk van het lokale zorglandschap en het bestaande aanbod worden verschillende accenten gelegd.

Er zijn regio’s waarin er een zeer beperkt aanbod is aan eerstelijnspsychologische zorg: de geconventioneerde eerstelijnspsychologen (federaal) zijn regionaal erg verspreid en kampen met een grote instroom van volwassenen. Zij verwijzen regelmatig door naar ELPFO. Er is geen CGG, of met een zeer beperkt ouderenteam, en zij nemen (vaak) geen outreachende zorg op. Er is geen psycholoog tewerkgesteld binnen de lokale WZC3. Hier kan een ELPFO een

broodnodig aanbod creëren en vinden ouderen de zorg die voorheen onbestaande of ontoegankelijk was. De projecten vullen een lacune in omdat ze laagdrempelig, bereikbaar en betaalbaar zijn voor een kwetsbare doelgroep die de weg niet vindt naar gespecialiseerde hulp.

We merken hierbij op dat over alle regio’s het gebrek aan outreachende psychologische zorg een leemte is in het landschap. De mogelijkheid aan huis te gaan of in een bekende omgeving het gesprek aan te gaan, in een locatie die niet met geestelijke gezondheidszorg geassocieerd wordt (lokaal dienstencentrum, WZC), is vaak de sleutel tot een succesvolle benadering van de oudere met psychische klachten, die vaak minder mobiel is vanwege een lichamelijke en/of omgevingskwetsbaarheid. Dit is niet alleen voor de oudere van doorslaggevend belang, maar is ook een belangrijke voorwaarde voor een goede samenwerking met partners binnen en buiten de zorgsector. De eerstelijnspsycholoog is een bekend gezicht voor de hulpverlener en er wordt vlot doorverwezen.

In andere eerstelijnszones waar meer organisaties gevestigd zijn en waar er een groter basisaanbod is (psycholoog binnen huisartsenpraktijk, CGG, meer zelfstandige ELP) richt een ELPFO zich sterker op het versterken van de expertise van de zorgverleners op eerste lijn. Door contacten, casusbesprekingen en vormingen draagt de eerstelijnspsycholoog bij tot de vroegdetectie van psychische klachten bij ouderen en worden zorgverleners als huisartsen, verpleegkundigen, kinesisten, etc. meer alert voor de geestelijke gezondheid van ouderen.

Binnen een gebied met veel zorgpartners verbindt een ELPFO bestaande initiatieven en neemt het een netwerkfunctie op. Het project zet samenwerkingsverbanden op waarbij alle partners die betrokken zijn bij de geestelijke gezondheid van ouderen de kans krijgen elkaar te ontmoeten en van elkaar te leren. Waar nodig kunnen hiaten in de zorg worden ingevuld, bijvoorbeeld door huisbezoeken aan te bieden aanvullend op de werking van de CGG of door flankerend te werken met thuiszorgpartners en lokale buurtinitiatieven.

Eerstelijnspsychologische zorg voor ouderen, een essentiële schakel in getrapte zorg

Prof. Ronny Bruffaerts geeft ons meer inzicht in de prevalentie van psychische stoornissen bij ouderen4. Uit onderzoek zien we dat per jaar zo’n 8 tot 10% van de ouderen aan de criteria voor een angststoornis voldoet, 3 à 4% aan de criteria voor een depressieve stoornis en 1 à 2% aan de criteria voor een middelgerelateerde stoornis. Wanneer we ook de emotionele problemen (die net niet aan de criteria van een psychische stoornis voldoen) in rekening nemen, zien we dat dit cijfer oploopt tot wel 30% van de ouderen op jaarbasis. Hoewel het algemeen voorkomen van psychiatrische stoornissen iets kleiner is bij ouderen dan bij de algemene volwassen bevolking, mogelijk door onderschatting5, is het voorkomen van deze ‘subsyndromale stoornissen’ net groter. Bovendien zien we dat ouderen veel minder de stap zetten naar psychische hulpverlening en duizenden mensen6 dus met kopzorgen blijven zitten7.

De gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg kan onmogelijk aan deze vraag voldoen, en dat is ook niet hun kerntaak. Gespecialiseerde en residentiële ggz dient een top te zijn van de getrapte zorg, enkel ingezet wanneer de eerstelijnszorg ontoereikend is en zo snel als mogelijk terug afgebouwd. Het is net door een onvoldoende uitgebouwde eerstelijnspsychologische zorg (in de vorm van preventie, proactieve werking, groepsaanbod, psycho-educatie, kortdurende laagdrempelige zorg) dat problemen aanslepen, escaleren en uiteindelijk in de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg belanden8.

Uit de ontwerptekst GGOUD9: een vernieuwd geestelijk gezondheidsbeleid voor ouderen’ wordt duidelijk verwezen naar het belang van “een zorgzame samenleving, ondersteund door een sterke eerste lijn, die op zijn beurt ondersteund kan worden door geestelijke gezondheidszorg […] het is essentieel erover te waken dat mensen in eerste instantie brede en effectieve hulp aangeboden krijgen, om nadien enkel wanneer het nodig is over te gaan naar meer specifieke hulp” (pp. 25-26).

Een eerstelijnspsychologische functie voor ouderen is een essentiële schakel in de getrapte zorg. Gezien de recente hervormingen op federaal niveau, nl. de nieuwe conventie voor eerstelijnspsychologische zorg en de uitbreiding van middelen voor ouderen binnen de ggz- netwerken, willen we het belang benadrukken van overleg en overwogen zorgorganisatie op beleidsniveau. Middelen voor ouderenzorg zijn verdeeld over verschillende overheden en deze verdeelde financiering is voelbaar tot op de werkvloer en maakt overkoepelend samenwerken en zorgcontinuïteit een dagelijkse uitdaging.

Het is cruciaal dat er een goede afstemming is tussen het federaal niveau en de deelstaten en dat zij met gelijke tred kunnen evolueren, zodat er van preventie tot hoogspecialistische zorg de juiste inzet is van middelen en manschappen.

Besluit

Waar we in Vlaanderen meer dan ooit nood aan hebben, voor alle bevolkingsgroepen maar zeker ook voor de ouderen, is laagdrempelige, toegankelijke psychologische zorg. Ouderen verdienen, net als kinderen en jongeren, zorg die aangepast is aan hun vragen, noden en levensfase. Hulpverleners die gespecialiseerd zijn in de doelgroep ouderen zijn beter in staat psychische problemen bij ouderen te detecteren en te behandelen10. Psychologen die verankerd zijn aan buurten en eerstelijnszones zijn vlot gekend door zowel ouderen, mantelzorgers als hulpverleners en verlagen significant de drempel voor het opstarten van een psychologische behandeling.

We zien dat Vlaams minister van Volksgezondheid en Welzijn Wouter Beke deze evolutie zelf ook ondersteunt en in de toekomst meer en meer wil inzetten op het uitbouwen van buurtgerichte zorg11 en erkent de nood aan de specificiteit van een lokale werking. De eerstelijnspsycholoog voor ouderen kadert naar ons inzien perfect in deze evolutie.

Hoewel de projecten ELPFO op dit moment een belangrijke meerwaarde bieden in hun regio, kunnen we zelfs nog verder gaan dan de mogelijkheden van deze projecten momenteel bieden. Hoe kunnen we een eerstelijnspsychologische functie voor ouderen uitbouwen binnen elke eerstelijnszone? De versnippering in de zorg verder tegengaan? Lokale samenwerkingsverbanden uitbouwen en bestendigen? Verbindingen leggen tussen eerste-, tweede- en derdelijnshulpverlening? Een gezamenlijk aanmeldpunt uitbouwen waar alle vragen rond geestelijke gezondheidszorg terecht kunnen komen en dat een onthaal kan bieden voor zowel ouderen als hulpverleners?

Tenslotte wensen we nog even de aandacht te richten op het eigene van een project. Projecten zijn per definitie tijdelijk. Ze geven de ruimte om te onderzoeken of met de gekozen doelstellingen en interventies aan een vraag kan tegemoetgekomen worden. Ze zijn een proeftuin voor initiatieven, experimenten en vernieuwing.

De cijfers en kwalitatieve gegevens uit de projecten ELPF ouderen tonen aan dat er voldoende vraag is naar een goede en lokaal verankerde eerstelijnspsycholoog voor ouderen. We beschikken over een uniek aanbod. We bereiken ouderen die eerder geen psychologische zorg kregen, we versterken de veerkracht van ouderen voor wie stilstaan bij hun psychisch welzijn een nieuw gegeven is, we ondersteunen mantelzorgers en zorgverleners die hierdoor beter voor zichzelf en de oudere kunnen zorgen, we versterken hulpverleners in het detecteren van en omgaan met ouderen met een psychische kwetsbaarheid. We bezetten een unieke positie in het zorglandschap; we zijn een belangrijke verbindende schakel tussen zorg- en welzijnspartners en geestelijke gezondheidszorg. De projecten hebben hun werk gedaan en kunnen de resultaten van deze proefperiode voorleggen.

Na het proeven en experimenteren is het nu tijd om de eerstelijnspsychologische functie voor ouderen een vaste en verdiende plaats te geven op de menukaart. Tijd voor een verduurzaming van onze werking en een verankering in het vaste zorglandschap.

Opgesteld namens de projecten ‘Eerstelijnspsychologische functie Ouderen’ binnen eerstelijnszones Leuven, Scheldekracht, Zuid-Oost Hageland, Baldemore, Zuid-Oost Limburg en Oostende-Bredene.

Veerle Van Vlierberghe, Emelie Van Goethem, Katrien Vanderbist, Iris Claeys, Sanne Teuwkens, Ginie Vandebosch, Ann-Sophie Depoortere, Daniëlle Vanoutrive, Lisa De Milde

 

Bijlage 1: concrete ervaringen van werkingsjaar 1 (maart 2019-februari 2020)

  • De projecten zijn elk op een ander moment gestart. Voor sommige projecten behelzen de cijfers een volledig jaar, terwijl voor andere projecten de cijfers slechts betrekking hebben op een beperkt aantal Dit maakt een groot verschil qua rapportage.
  • Het adviseren van professionals blijkt in het eerste projectjaar eerder In de eerste fase van het project is de bekendheid bij professionals nog niet groot, waardoor er eerder weinig (hulp)vragen toekwamen. In de eerste fase werd er tijd besteed aan de bekendmaking.
  • Er zijn verschillen tussen de projecten, er zijn projecten die geheel inzetten op individuele consulten, terwijl andere projecten inzetten op groepsbijeenkomsten ook in de eerste
  • 223 individuele dossiers werden afgerond, 194 ouderen attendeerden groepssessies. In totaal werden 417 dossiers afgerond.
  • De meeste van de ouderen melden zichzelf aan, maar vooral voor (eerder vrijblijvende)
  • Eerstelijnspartners zijn zeer belangrijke doorverwijzers: huisartsen, WZC, sociaal werkers, thuiszorgdiensten. Verschillen tussen de projecten zijn merkbaar, sommige projecten hebben een sterk samenwerkingsverband met WZC, anderen met lokale dienstencentra of een algemeen ziekenhuis. De huisarts blijft de nummer 1 verwijzer, WZC staan op nummer
  • De meeste ouderen worden geholpen in een beperkt aantal sessies (86 procent kan afgerond worden binnen 5 sessies).
  • Doorverwijzing naar meer gespecialiseerde zorg is eerder zeldzaam, doorverwijzing van de ELPFO naar eerstelijnszorg nog zeldzamer. De meeste ouderen volgen dus een succesvol traject; opvolging of nazorg lijkt zelden nodig. De thuiszorg lijkt eveneens op punt te
  • Als er dan toch verwezen wordt naar meer gespecialiseerde zorg, wordt het CGG het vaakst aangeschreven. Op de eerste lijn worden mensen het vaakst doorverwezen naar de
  • De hoofdcategorie van aanmeldingen betreffen psychische moeilijkheden (angst, depressie), gevolgd door verwerkingsmoeilijkheden (bv. verlies van mogelijkheden) en relationele moeilijkheden (bv. conflict met partner of kind).
  • In totaliteit was er geen groot verschil tussen de ouderen met een verhoogde tegemoetkoming (die 4 euro betalen) en de ouderen die 11 euro dienden te betalen. De meeste ouderen betalen 11

Bijlage 2: concrete ervaringen van werkingsjaar 2 (maart 2020-februari 2021)

  • Ondanks corona blijkt er een significante stijging in aanmeldingen zowel door individuen als
  • 648 individuele dossiers kunnen afgerond worden, 182 ouderen attenderen In totaal worden 830 dossiers afgerond.
  • Telefonische ondersteuning wordt talrijk door de beperking van persoonlijke contacten in coronatijden; minstens 274 telefonische contacten worden geregistreerd (het werkelijke aantal ligt hoger: sommige projecten registeren aantal individuen bereikt, anderen het totaal aantal telefonische sessies).
  • Opvallend is de stijging in de ondersteuning naar professionals toe; 422 professionelen meldden zich aan voor casusbespreking, vormingen, supervisies, …
  • Een verschil tussen de projecten begint duidelijk te worden. Sommige regio’s zijn sterk in het aanbieden van groepssessies, anderen leggen de klemtoon op individuele contacten, terwijl nog andere erg veel geïnvesteerd hebben in de ondersteuning van het (professionele) netwerk. Evenwel slagen we er in zijn totaliteit in om de doelstellingen van het project (zoals omschreven in de projectaanvraag) te
  • De drempel naar het project lijkt kleiner, vele ouderen melden zichzelf aan (85 procent), aanmelding vanuit derden (zoals WZC, ziekenhuis, Huis van de Mens) staat daarnaast op de nummer 1. Aanmelding van de huisarts staat op 2. Eerstelijnspartners melden in het algemeen het meest Occasioneel melden mantelzorgers of familieleden aan.
  • De meeste ouderen worden geholpen in een beperkt aantal sessies, 90 procent van alle ouderen vervolledigen (tot nog toe) een kortdurend traject van 5 sessies.
  • Doorverwijzing naar meer gespecialiseerde zorg blijkt in een enkel procent nodig, de dienst waar het meest naar een verwezen wordt is een tweedelijnsdienst, het CGG. Op nummer 2 staat doorverwijzing naar een privépsychotherapeut. Doorverwijzing naar eerstelijnszorg is minimaal (minder dan 1 procent). De thuiszorg blijkt min of meer op punt te staan. Doorverwijzing naar een andere eerstelijnsdienst – bv. geheugenkliniek, Huis van de Mens, dienst maatschappelijk werk vanuit mutualiteit – staat op
  • De hoofdcategorie van aanmeldingen betreft, met een grote voorsprong, depressieve Relationele moeilijkheden en psychosociale moeilijkheden staan op nummer 2 en 3. Belangrijk om te vermelden is dat er in deze fase een verfijning kwam van de categorieën waardoor de categorie psychisch onderverdeeld werd. In tegenstelling tot de categorieën die de overheid voorziet (ELP volwassenen) blijkt middelenmisbruik vaak niet als aanmeldingsreden weerhouden te worden. Er is ook een verschil in regio’s merkbaar. In sommige regio’s blijken psychosociale moeilijkheden vaker als aanmeldingsreden weerhouden te worden.
  • Crisisinterventies komen minimaal voor en het afhaken van cliënten tijdens de sessies is
  • De meeste ouderen betalen 11
  • De meeste ouderen zijn tussen 70 en 80 jaar, gevolgd door de populatie ouder dan 90

 

_______________

1)  https://www.eerstelijnszone.be/sites/default/files/atoms/files/oproep_eerstelijnspsychologische_functie_oud eren_def.pdf

2) https://www.zorg-en-gezondheid.be/vlaanderen-draait-proef-met-eerstelijnspsychologen-voor-ouderen

3) Uit een bevraging van de WZC in de provincie Vlaams-Brabant gaf +/- 50% van de respondenten aan een samenwerking met een psycholoog te hebben, volledig rapport terug te vinden op

https://www.linkedin.com/pulse/de-psycholoog-het-woonzorgcentrum-een-eerste-van-van-vlierberghe/

4) Bruffaerts, R. & Beekman, A. (2018). Epidemiologie van psychiatrische stoornissen bij ouderen. In R. van der Mast, T. Heeren, M. Kat, M. Stek, M. Vandenbulcke & F. Verhey (Red.), Handboek Ouderenpsychiatrie (pp. 117- 130). Utrecht: De Tijdstroom.

5) “Er is een de facto onderschatting van de prevalentie van psychische problemen bij ouderen, gekoppeld aan een andere symptomatologie (meer somatisatie, atypische criteria die niet worden meegenomen in classificatiesystemen als DSM en ICD) en een lagere mental health literacy bij ouderen. Er worden schattingen gemaakt van 13-15% ouderen met een subsyndromale depressie, 8% ouderen met een subsyndromale angststoornis, 9% ouderen met problematisch alcoholgebruik en 18% ouderen met chronisch gebruik van benzodiazepines.” Uit presentatie van R. Bruffaerts op 25 mei 2021 voor de Technische werkgroep ouderen vanuit de FOD Volksgezondheid.

6) Op de 2.204.396 ouderen (64+) in België schatten we dat 13% of 286.571 op jaarbasis lijden aan een psychische stoornis. Van deze mensen ontvangen 228.970 of 79,8% geen zorg. Wanneer we enkel naar de 74- plussers kijken, zien we op 1.048.516 ouderen een schatting van 123.226 ouderen met een stoornis. 112.259 of 91,1% van hen ontvangt geen zorg. Schatting op basis van cijfers gepresenteerd door R. Bruffaerts op 25 mei 2021 voor de Technische werkgroep ouderen vanuit de FOD Volksgezondheid.

7) Zie de vele interviews en getuigenissen in https://kopzorgen.be/

8) Zie ook het pleidooi van Tine Daeseleire voor een sterk uitgebouwde eerste lijn: http://www.dekamer.be/media/index.html?language=nl&sid=55U1503&offset=1794

9) Van Vlierberghe, V., Hellemans, D. & Van Beuren, G. (2019). Organisatie van geestelijke gezondheid voor ouderen. Ontwerp voor een vernieuwd geestelijk gezondheidsbeleid voor ouderen in de provincie Vlaams- Brabant. https://psychewijzer.be/index.php/16-categorie-actueel/349-werkgroep-ggoud-ontwerptekst- organisatie-van-geestelijke-gezondheid-voor-ouderen0

10) Tomko, J.K. & Munley, P.H. (2013). Predicting counseling psychologists attitudes and clinical judgements with respect to older adults. Aging Ment Health, 17(2), 233-41.

11) https://www.zorgenvoormorgen.be/node/102/