De éne bushalte is de andere niet
Leuven is sinds kort een bushalte rijker. Een officiële haltepaal van De Lijn markeert een rustpunt bij het dagcentrum van De Wingerd op de ’s Hertogenlaan. Maar dat niet alleen, de gebruikers van de thuisondersteunende diensten kunnen er naar gelang de route langs hun thuis ook daadwerkelijk lijn 1 of 2 van de eigen busdienst nemen.
Dit initiatief kwam tot stand in samenwerking met De Lijn Vlaams Brabant. Daarmee pikken we in op een idee dat voor het eerst in Duitsland werd ontwikkeld. We kopieerden het niet zomaar, we verfijnden het idee om wel de voordelen van de fantoombushalten – die elders opduiken – te behouden, maar niet de ‘ethische’ nadelen ervan over te nemen. Volg onderstaande redenering even mee…
Het waren de medewerkers van een woonzorgcentrum in Düsseldorf die een nieuwe strategie voor Alzheimerpatiënten bedachten door een bushalte in de buurt van hun instelling neer te poten. Niets liet vermoeden dat het niet om een echte bushalte ging behalve dat éne feit dat er nooit één bus stopte aan de halte. Hoe gek het ook mag klinken, deze fantoombushalte bewees goede diensten en de politie moest er beduidend minder ingeschakeld worden om verdwaalde bewoners terug te vinden. Voor Alzheimerpatiënten is die bushalte een plaats waar ze zullen halt houden. Omdat ze niet verder weglopen, werkt de bushalte als een soort verzamelplek.
Het duurde dus ook niet lang of op meerdere plaatsen elders werd het initiatief van de nepbushalten gekopieerd. Kort erna verschenen de eerste ‘bushaltes zonder bus’ ook in Nederland. Het voordeel van een nepbushalte is de hoge herkenningsfactor voor de oudere patiënten, die maakten immers in het verleden vaak gebruik van het openbaar vervoer. Ze ervaren een veilig ‘ik ga naar huis’-gevoel terwijl ze op de bus wachten. Omdat er geen bus komt, krijgt het initiatief ook kritiek en die kanttekeningen bevatten ethische bezwaren waarbij in vraag wordt gesteld in hoeverre deze manier van omgaan met bewoners wel respectvol is. Anderen vinden deze opmerkingen dan weer te ver gezocht, omdat er wordt voorbij gegaan aan de eigen leefwereld van de patiënt.
Het project ontlokte ook bij onze collega’s in Leuven en de verantwoordelijken wel wat vragen over het om de tuin leiden van de dagcentrumbezoekers. Maar voor de bijzondere bushalte aan De Wingerd stelt zich dat probleem dus niet, want deze halte wordt effectief bediend door de eigen ‘Wingerdbus’, voor het pendelen van thuis naar het dagcentrum en weer terug.
Cathy Sweerts, coördinator van het dagcentrum en kortverblijf stelt dat het inderdaad géén goed idee is om mensen eindeloos op een bus te laten wachten die nooit zal komen: “Dat is nogal misleidend zeker voor bewoners in een dagcentrum die zich aan het begin van hun ziekteproces bevinden met alle specifieke moeilijkheden die dat voor hun oplevert. Hun grootste bekommernis is hoe geraak ik terug thuis en zal men mij niet vergeten? En dan is een bushalte een bijzonder geruststellend herkenningspunt. Niet alleen de paal van De Lijn, maar ook het vermelden van de ritten naar alle gemeenten die onze busjes aandoen, geeft vertrouwen. We zien dat het werkt in het voordeel van de cliënten.”
—
Naar een bijdrage van Guido Joris, in het herfstnummer van huiskrant De Wingerd.