CARE TRADER garantie voor innovatieve zorg?
Het project rond een CARE TRADE label krijgt stilaan vorm en zal, op voorwaarde dat het effectief van grond komt, door bedrijven en ondernemers aangewend kunnen worden om hun maatschappelijke betrokkenheid invulling te geven en innovatieve zorg te garanderen. Als sociaal betrokken partners laat het hen toe om zich te profileren ten aanzien van de consumenten. Anderzijds zal een CARE TRADER label er ook toe leiden dat zorginstellingen hun gebruikers, lees bewoners en familieleden, kunnen garanderen dat de keuze voor hun dienstverlening ook borg staat voor kwaliteitsvolle zorg.
Journalist Guido Joris sprak voor het zomernummer van huiskrant Wingerd met Prof. dr. Geert Van Hootegem, directeur van het Hoger Instituut voor Arbeid en Samenleving. Deze instelling verricht in samenwerking met de faculteit Sociale Wetenschappen van de KU Leuven via multidisciplinaire teams wetenschappelijk beleidsgericht onderzoek dat heel concreet kan inspelen op actuele vragen van overheden en bedrijven.
Hoe kijkt Prof. Van Hootegem zelf naar innovatie in woonzorgcentra en wat vinden de wetenschappers bij het HIVA van een CARE TRADE label en de criteria waaraan zo een label moet voldoen?
Als de coronapandemie ons iets getoond heeft dan is het wel dat men overal, maar zeker in de zorgsector, zeer snel kon veranderen. En een demografische situatie waarbij we afstevenen op grotere aantallen mensen die gebruik gaan maken van zorg noopt tot gelijkaardige aanpassingen aan die nieuwe realiteit. Ik ken de plannen om dat ‘CARE TRADE(R) label’ te realiseren en ik ken onder meer ook De Wingerd als een zorginstelling waar innovatie geen hol begrip is. Omdat vernieuwing een nooit-eindigend-verhaal is, eist het voortdurende reflectie, bijsturing en verandering, ook goede opvolging en juist daarvoor heb je een onafhankelijke beoordelingsinstantie nodig. Afgezien daarvan zou het ook nogal blasé zijn om van je eigen organisatie te zeggen dat ze goed is. (lacht)
Het allerbelangrijkste criterium voor een kwaliteitsvolle zorg is dat de zorg persoonsgericht of noem het klantgericht hoort te zijn. Het gaat om de zorg en om het welzijn van elk individu dat van die zorg gebruikt maakt of een zorgvraag stelt. Als je weet dat er in de zorg een paar duizend (!) beroepen zijn met elk een eigen specialisatie, dan wordt het al snel duidelijk dat er door die strikte afbakening van zorgtaken in de loop der jaren enorme efficiëntielekken zijn ontstaan.
De schotten tussen de verschillende types zorgberoepen zijn volgens u dus eigenlijk ‘zorgremmers’? Wat zijn de eerste grote lijnen die zich aandienen in jullie onderzoeksresultaten rond innovatie in de zorg?
Natuurlijk zijn er verschillen in competenties tussen een bijvoorbeeld een verpleegkundige op een afdeling intensieve zorgen en een psychiatrisch verpleegkundige, maar we hebben door de coronapandemie vooral gezien en ervaren dat de overlappende competenties wel degelijk en bijzonder snel elders ingezet kunnen worden.
Echt innovatieve en klantgerichte zorg kan slechts gerealiseerd worden door organisaties met bepaalde kenmerken. Een eerste kenmerk is dat ze bepalen wat de zorgnoden zijn en kijken naar wié die zorgvraag stelt om vervolgens die informatie als guideline te nemen om hun zorg te organiseren. Een tweede kenmerk is dat ze voorbereidende, ondersteunende en bestuurlijke taken zo dicht mogelijk bij het zorgproces leggen en dat leidt bijna automatisch naar kleinschalige leefeenheden. Dat soort instellingen organiseert het werk ook liever in functie van competenties en voorkeuren van de medewerkers. En ze verliezen vooral ook niet uit het oog dat energie en middelen die opgaan aan management, administratie en coördinatie best tot het noodzakelijke minimum beperkt worden.
—
Bijdrage verschenen in Huiskrant Wingerd, jaargang 31 – editie zomer 2021