Care Trade label

De laatste jaren wordt kwaliteitsvolle zorg, het extraatje in het woonzorgcentrum, steeds vaker gewaarborgd door giften, crowdfunding en benefietacties. Meer dan een jaar geleden speelde Jan Vanwezer, campusdirecteur in De Wingerd, al met het idee om ‘iets’ op te zetten waarmee bedrijven zich kunnen onderscheiden en kunnen tonen dat ze de zorg financieel ondersteunen. Het momentum diende zich aan tijdens de coronacrisis en het ‘Care Trade’-label kreeg vorm.

Guido Joris interviewt de initiatiefnemers voor een reeks bijdragen in de huiskrant van woonzorgcentrum De Wingerd. Het eerste gesprek verschijnt eerstdaags in het lentenummer van jaargang 2021.

Een ‘new deal’ voor maatschappelijk verantwoord ondernemen

‘Care’ staat voor Zorg en ‘Trade’ voor Handel, is dit dan een knipoog naar het bekende ‘Fair Trade’ label?

Jan Vanwezer: “Ik vertel je waar het idee vandaan komt. We bevinden ons in een vrij klassieke sector die gefinancierd wordt op basis van strikte regels. Eén van de parameters waar men steevast naar kijkt en die veel belang krijgt toegemeten is de zorgzwaarte. Ik maak het even concreet: als je iemand verzorgt die incontinentie heeft, dan ontvang je daarvoor meer financiering dan voor iemand die niet incontinent is. Als iemand rolstoelgebonden is, dan krijg je ook daarvoor meer financiering dan voor een mobiele bewoner. Hoe meer tijd je zal besteden om goede kwaliteitszorg te leveren, omdat je daarmee iemand langer continent of langer mobiel kan houden, hoe minder inkomsten je hebt.”

Dat is toch een perverse impuls?

Ja, dat levert een paradoxale situatie op. Hoe innovatiever en kwalitatiever je te werk gaat, hoe minder middelen je krijgt. Dat stimuleert organisaties in elk geval niet om naar een betere zorg te streven, integendeel. Hier in De Wingerd zijn wij intrinsiek gemotiveerd en proberen we dat wél te doen. Daarmee lopen we niet alleen inkomsten mis, maar het kost je ook nog héél wat extra geld omdat je in nieuwe technieken en methoden moet investeren. Een voorbeeld: de extra begeleider die we inzetten om aangepaste zorg te bieden voor personen met jongdementie, veronderstelt bijkomende personeelsmiddelen. Dat levert maatschappelijk gezien veel op, zonder de minste twijfel maar voor de organisatie hangt er wel een prijskaartje aan, afgezien van de gemiste inkomsten omdat die extra ondersteuning de bewoner langer autonoom houdt.

We proberen dat op te lossen via de goede relaties die we onderhouden in ons netwerk, waardoor we met regelmaat giften ontvangen. Denk aan een gulle schenker die de kostprijs van één of andere aankoop voor zijn rekening neemt, maar daarnaast organiseren we ook zelf een wijnverkoop of een benefiet. Een andere manier om werkingsmiddelen te verwerven is proberen om creatief mee te dingen naar projectsubsidies. Allemaal mooie en verdienstelijke acties, we zijn dankbaar voor elke euro die we ter beschikking hebben, maar het is eigenlijk ‘ambetant’ dat we daar energie in moeten steken die eigenlijk direct naar de zorg voor de bewoners zou kunnen gaan.

Dat ‘creatief meedingen’, wat moet ik me daar bij voorstellen?

De Koning Boudewijnstichting bij voorbeeld, die schrijven projectoproepen uit. Als er zo een subsidiedossier rond mentale gezondheid of ouderenzorg bij is, dan tekenen wij daar uiteraard heel dankbaar op in. Soms sturen we onze eigen projecten bij zodat ze echt in het opgegeven referentiekader passen om in aanmerking te komen voor die extra financiële middelen. Willen we komaf maken met die ‘creatieve oplossingen’ en op zoek gaan naar een alternatieve bron van inkomsten die innovatie gaat belonen in plaats van te bestraffen, dan moeten we het over een andere boeg gooien. Precies daarom richten we een label op, ‘Care Trade’, en dat bieden we te koop aan. Bedrijven kunnen het logo gebruiken om op hun website te plaatsen of op hun producten, zoals het ‘Fair Trade’ label en zich zo onderscheiden tegenover andere bedrijven.

Je zal maar eens een bedrijf zijn in een sector die géén bomen kapt in het Amazonewoud, niets met kinderarbeid te maken heeft of de tonijn niet aan het uitroeien is. Dan ben je in het nadeel want je kan geen label op je product plaatsen om te tonen dat je duurzaam of maatschappelijk verantwoord onderneemt. Met dit nieuwe initiatief is er voor hen wel een opportuniteit om met dit label te tonen dat zij actief zorgorganisaties steunen. Het principe is gebaseerd op reële prestaties en niet op de soms onmeetbare doelstellingen van een of ander gesubsidieerd project. Je moet op een snelle manier kunnen reageren op situaties die zich aandienen en dat lukt niet met subsidiedossiers die je twee, drie of vier jaar op voorhand moet schrijven.

Met het nieuwe label creëren we een onafhankelijke instantie die bepaalt wie een innovatieve zorgverlener is en vervolgens die organisatie certificeert om te putten uit de fondsen van bedrijven die het ‘Care Trade’ label aankochten.

Dan heb je wel een externe partner nodig, want je kan geen twee petjes opzetten: eentje als innovator in de zorg en eentje om die innovatie te honoreren met een certificaat?

Ja, dat is absoluut nodig, maar zover zijn we nog niet. Je hebt gelijk, De Wingerd kan zichzelf niet uitroepen tot één van de innovators in de zorg. Die rol komt anderen toe. Om het initiatief concreet vorm te geven, ook al is het feitelijk bij ons ontstaan, hebben we het HIVA (Hoger Instituut voor Arbeidswetenschappen aan de KULeuven) gevraagd om mee aan boord te stappen. Zij zorgen voor een wetenschappelijk fundament voor het ‘Care Trade’ label en gaan definiëren aan welke criteria een innovatieve zorgverlener moet voldoen. Het zal niet het HIVA zijn dat het label toekent, maar zij leggen wel de normen vast waarmee een onafhankelijk consortium in een later stadium gaat werken. Prof. dr. Geert Van Hooteghem, directeur van het HIVA, en zijn medewerkers zijn daar nu volop mee aan de slag. Daarnaast zijn we vanuit Woonzorgnet-Dijleland in gesprek met partnerorganisaties in de sector. Voorbeelden daarvan zijn ‘De Honk’ en ‘De Wissel’, omdat ook zij als innovatieve zorgverstrekkers op hun zorgterrein actief zijn.

Kan je iets meer vertellen over die partnerorganisaties?

‘Honk’ is een organisatie waarbij ouders zelf de zorg voor hun kind organiseren. Zij huren professionals in maar behouden zelf de regie. Ze werken met persoonsopvolgende zorgbudgetten, maar slechts zes van de twaalf kinderen hebben zo een budget omwille van de bekende wachtlijsten. Ze brengen alles in één gemeenschappelijke pot en organiseren daarmee de zorg die ze nodig achten. Dat is niet alleen goedkoper, maar ook nog eens efficiënter omdat het allemaal op maat van hun kinderen gebeurt.

‘De Wissel’ is een VZW die in het Leuvense maatschappelijk kwetsbare kinderen begeleidt, die in problematische situaties verzeild raken en die men vroeger voornamelijk in gesloten instellingen zou hebben geplaatst om ze daarna te reïntegreren in de samenleving. Zij zijn bijzonder vernieuwend omdat ze een aantal jaren geleden drastisch het roer omgooiden. Luc Deneffe, directeur, begreep dat het geen zin heeft alleen te werken aan de terugkeer van probleemjongeren in een samenleving die niet klaar is voor die jongeren. Daarom stopte zijn organisatie met de helft van hun activiteiten. Voor de medewerkers was het wel even slikken want waar ze vroeger vier uur in familiegesprekken stopten, werd dat herleid tot twee uur. De vrijgekomen tijd moesten ze werken aan de samenleving. De medewerkers gingen met allerlei verenigingen aan de slag om te zorgen dat bijvoorbeeld interne reglementen het hun doelgroep niet onnodig moeilijk maakten.

‘Honk’ en ‘De Wissel’ zijn game changers, pioniers op hun eigen terrein, net zoals De Wingerd dat wil zijn en we voelen elkaar ook zo aan. Het HIVA en Geert Van Hooteghem zijn nu aan zet om uit te maken wat de rode draad is in het geheel en waarom onze drie organisaties wel durven en kunnen doen wat andere organisaties (nog) niet oppikken.

Welke concrete stappen zijn er vandaag al gezet?

De naam ‘Care Trade’ is interessant omdat iedereen door de substitutie met het bekende ‘Fair Trade’ label redelijk snel snapt waarover dit gaat. We hebben de naam trouwens al laten registreren en een projectmanager gevonden. Katrien Reynders, een vrijwilliger met heel wat expertise, leidt alles in goede banen. Het is belangrijk dat we dit niet als De Wingerd doen. Haar eerste grote werk is het oprichten van een nieuwe VZW waardoor er een rechtspersoonlijkheid gecreëerd wordt. Het zou mooi zijn dat die structuur er is wanneer de eerste ondernemer klaar staat om drie miljoen euro op een rekening te storten. In een eerste fase zal het consortium geleid worden vanuit de VZW’s Woonzorgnet-Dijleland, Honk en De Wissel; samen met het HIVA van de KU Leuven en een aantal vrijwillige bestuurders. Uiteindelijk is het de bedoeling om ‘Care Trade VZW’ in een tweede fase te ‘veronafhankelijken’ zodat er zelfs geen zweem van belangen-vermenging kan ontstaan.

Hoe gaat het dan verder? Waar haal je de fondsen om te investeren in innovatieve zorg?

Nu zijn we op zoek naar bedrijven die daarin willen investeren. Het is een investering die de sociale betrokkenheid van een bedrijf met de samenleving voor de volle honderd procent illustreert. Het ‘Care Trade’ label voeren als bedrijf zal iets totaal anders zijn dan een winkel die een wedstrijd uitschrijft waarbij tien laureaten 2500 euro krijgen waarbij alle sympathisanten van die winnende organisaties vervolgens hun inkopen komen doen. Prachtige marketing, want zo spendeert de ondernemer in kwestie slechts 25.000 euro voor de publiciteit die anders een equivalent marketingbudget van pakweg 400.000 euro vraagt. Nee, wij willen een eerlijkere deal en bedrijven gaan met een serieuze organisatie in zee. Belangrijk daarbij is ook dat we niet de intentie hebben om de opgehaalde middelen in te zetten om nieuw geld te vinden. Niet zoals andere grote organisaties en bekende NGO’s die volgens dat klassieke model fondsen werven. Als je hen 100 euro geeft, gaat er in werkelijkheid misschien maar 70 naar het ‘goede doel’ en vloeit er 30 af naar marketingbureaus, reclamecampagnes en striptekenaars die stickers ontwerpen waar vrijwilligers mee de baan op gaan om opnieuw fondsen te werven. Alleszins ‘Care Trade’ gaat nooit 30 miljoen spenderen om er 100 binnen te rijven.

Klinkt allemaal wel heel mooi, maar hoe voorkom je in datzelfde straatje terecht te komen?

Een van de criteria van een innovatieve zorgorganisatie zal zeker zijn welke verhouding er is tussen de middelen die worden ingezet om fondsen te verwerven en de gelden die binnenkomen. We kunnen nooit opboksen tegen die grote organisaties. We willen niets van doen hebben met agressieve fondsenwerving of met het monopoliseren van de ‘goede doelen’ zoals de openbare omroep deed met ‘De Warmste Week’. Een innovatieve behoeftegedreven organisatie hoeft zichzelf niet te bestendigen. Sommige NGO’s gebruiken de gekregen middelen niet alleen om nog meer fondsen te verzamelen, ze creëren ook een structuur die zichzelf in stand moet houden. Voor het financieren van de eigen werking wordt de resterende 70 euro van die 100 die je hen gaf nog een keer afgeroomd. Hoeveel blijft er dan nog wel over? Dat mag Joost weten. Dit soort uitwassen willen we oplossen met dit nieuwe label. De deal moet transparanter en eerlijker.

Het woord overheid is nog niet gevallen, hoe zie je hun rol?

Een ‘Care Trade’ label moet andere sociale ondernemers stimuleren om ook te innoveren. Het verwerven van dat label en de fondsen die dat oplevert is de beloning om er de schouders onder te zetten. We leven in een sociale welvaartstaat en goede zorg moet voor iedereen beschikbaar zijn en blijven. De Vlaamse instanties en het RIZIV moeten dat betalen. Als innovatoren iets goed ontwikkelen dat werkt én het is economisch haalbaar dan moet het ook in de reguliere zorg opgenomen worden.

Het kan niet zijn dat wij hier in De Wingerd bijvoorbeeld een palliatief verpleegkundige financieren dankzij een toelage uit het ‘Care Trade’ fonds en dat de overheid zich er vervolgens met een Jantje-van-leiden vanaf maakt. Neen, die functie moet in het reguliere systeem ingebed worden en de extra fondsen kunnen opnieuw aangewend worden voor een andere innovatie. Daar wordt iedereen beter van, maar vooral en in de eerste plaats de mensen die de zorg krijgen.

Het ‘Care Trade’ verhaal is nog lang niet af, zoveel is zeker. In een volgend nummer laten we Prof. Dr. Geert Van Hooteghem aan het woord over zijn persoonlijke motivatie om met het HIVA een bijdrage te leveren aan dit opmerkelijke initiatief.

Meer weten?

Neem contact op met

Jan Vanwezer, campusdirecteur De Wingerd
Wingerdstraat 14 |3000 Leuven
E: jan.vanwezer@wingerd.info | T: 016  28 47 91