Oscar uit Paraquay

Wij geloven als werkgever en als zorgende organisatie heel erg in de kracht van positieve verhalen, ervaringen van bewoners én van onze collega’s. Oscar vertelde zijn persoonlijke verhaal in huiskrant Wingerd – jaargang 25, herfst 2015.

Diversiteit - Oscar 2015Ik ben Oscar Mancuello en 28 jaar geleden geboren in Paraguay. Drie jaar geleden volgde ik mijn Vlaamse vriendin naar België. Ik heb ze tien jaar voordien in mijn land leren kennen, waar ze als studente aan een studentenuitwisselingsprogramma deelnam. In Paraguay heb ik een Licentiaatsdiploma Verpleegkunde behaald maar dat wordt hier niet erkend. Momenteel ben ik aan het werk als verzorgende in Woning 11. Ik overweeg ook hier Verpleegkunde te studeren maar ik heb nog geen concrete plannen.

In Paraguay heb ik als verpleegkundige gewerkt in de afdeling Interne Geneeskunde van een ziekenhuis. Ik deed dat graag en daarom heb ik ook Verpleegkunde gestudeerd. Er was in dat ziekenhuis geen afdeling voor mensen met dementie. In Paraguay worden mensen met dementie — ouderen in het algemeen trouwens — opgevangen in familieverband; er zijn geen woonzorgcentra. De vrouwen werken zelden buitenshuis en staan in voor de verzorging van oudere familieleden. In onze cultuur worden rusthuizen negatief bekeken. Een ouder in een rusthuis plaatsen zou betekenen dat je als kind tekortschiet. Ook de thuisverpleging staat nog in de kinderschoenen en betreft dan eerder medische zorg dan huishoudelijke hulp of fysieke zorg. Ouderen verwachten ook dat hun kinderen later voor hen zullen zorgen. In Paraguay kunnen ze terugvallen op de grotere familie. In België wordt het probleem meer praktisch bekeken. De kinderen werken soms om het rusthuis te betalen in plaats van hun ouder in huis te nemen en thuis te blijven. Ik droom ervan in de toekomst naar Paraguay terug te keren en daar een woonzorgcentrum volgens het concept van het kleinschalig wonen te openen voor ouderen die geen familie hebben. Ik zou ook voor mijn eigen ouders zorgen: thuis of in mijn rusthuis als ze dat verkiezen.

Zoals gezegd had ik geen ervaring met mensen met dementie of met Belgische mensen in het algemeen. Waarschijnlijk is mijn werkwijze iets anders dan die van mijn Vlaamse collega’s. Bewoners en collega’s zeggen mij wel eens: jij lacht altijd; je doet je werk graag. Ik gebruik graag humor en bekijk de zaak van een positieve kant. Ook als je je een dag niet goed voelt; als je dan lacht, voel je je beter. Bewoners merken vaak dat ik niet van België ben aan mijn huidskleur, zwart haar of aan mijn accent. Volgens mij heeft dat een positief effect op de zorg: ze zijn dan bereidwilliger om mee te werken aan de zorg. Uit het buitenland komen, heeft dus ook voordelen. Verder heb ik veel talent voor dansen. Soms organiseren wij op de afdeling een aperitiefmoment met muziek en dans en dan dans ik met de bewoners. Ik voel mij verantwoordelijk voor mijn woning, maar tegelijkertijd voel ik mij er ook thuis en wil ik voor de bewoners zorgen zoals thuis. Ik ben blij dat ze mij vertrouwen en dat ze mij de kans gegeven hebben om mijzelf te bewijzen.

 

Meer info: www.wingerd.info | Huiskrant Wingerd – herfst 2015